Door Eric Sanders
Als organisatie van Nijmegen Open hebben we in de loop der jaren het een en ander weggesaneerd. Zo is bijvoorbeeld het rondebulletin gesneuveld. Dat geeft ons de tijd ons uitgebreid bezig te houden met de elektronische borden. En om ze draaiende te krijgen of houden is die extra tijd nodig ook. Dit wordt een lof- noch klaagzang. Of misschien ook wel allebei.
Allereerst: *als* ze werken is het een geweldige toevoeging aan een toernooi. Behalve dat het sowieso fijn materiaal is om op te spelen voor de deelnemers, is het voor de volgers van een toernooi uitermate prettig om vanuit de bureaustoel de zetten van hun favorieten en diens tegenstanders bijna real-time te kunnen volgen. Het ‘als’ staat in de voor-vorige zin tussen asterisks om te benadrukken dat er een voorwaarde is. En daar wordt lang niet altijd aan voldaan. Geregeld komt het voor dat bij een toernooi waar live-registratie beloofd is er een ronde geen partijen te volgen zijn, ze er pas halverwege inkomen, er een paar borden het niet doen of men er maar helemaal de brui aan geeft. Ik snap dat wel, na een aantal jaren ervaring als bediener van de e-borden tijdens ons toernooi.
Zoals bijna alles waar tegenwoordig een stekker in gaat, bestaat het systeem van de elektronische borden uit hard- en software. De hardware zijn de borden, klokken, schijven en de draadjes en stekkertjes die alles met elkaar en de computer verbindt. De software zijn de- drie programma’s die nodig zijn om de verwikkelingen die op bord en klok gebeuren op een centrale computer van de KNDB te krijgen, zodat u dit thuis of op kantoor in een webbrowser kunt volgen. De problemen die ontstaan kunnen zowel aan de hardware als aan de software liggen en nu komt het frustrerende: het is vaak nauwelijks te achterhalen waar een probleem zit. Een willekeurig scenario. We zetten ‘s ochtends alles aan en de computer “ziet’ bord 8 niet. We lopen naar bord 8, drukken de stekkertjes even goed aan, starten de boel opnieuw op en nu is plotseling geen enkel bord zichtbaar. Paniek! We starten de boel nog een keer op en de borden komen terug, behalve dit keer bord 4. Dan doen we het in godsnaam maar zo. Nergens meer aan zitten voor het verder instort en spelen met één bord minder in de uitzending. Het is toch maar Johan Krajenbrink die aan bord 4 zit.
Paul van Veen is de voornaamste ontwikkelaar van het geheel. Hij is bijzonder behulpzaam en telkens bereid op afstand -of eventueel zelfs fysiek aanwezig- mee te helpen denken hoe problemen op te lossen. Volgens Paul ligt disfunctioneren bijna altijd aan de mensen die de borden bedienen. Waarom? Omdat het bij hem wel altijd werkt. Daarmee toont Paul zich een typische ingenieur. Als het in theorie kan werken en het werkt niet, dan doe je iets fout. In theorie klopt dat, maar gebruikersgemak is bij ingenieurs vaak een ondergeschoven kindje.
Bij deze herhaal ik de oproep die ik eerder deze week ook al bij de voorzitter van de KNDB neerlegde: investeer een keer flink in het op orde brengen van de elektronische borden. Zorg dat er degelijke kabels en stekkers komen, laat een ontwikkelaar eens goed naar de software kijken en het zo maken dat er een plug ‘n play pakket komt, zodat je niet zelf een wizkid hoeft te zijn om de borden te kunnen bedienen. Want het is -in theorie- een prachtige toevoeging aan een toernooi.