Door Eric Sanders

Sommige woorden kun je beter niet uit het Duits vertalen. Anschlusstreffer, Gutmensch en Weltschmerz zijn er sowieso drie daarvan. Een ander woord dat het best in zijn oorspronkelijke taal wordt gebruikt is Angstgegner; een tegenstander waarvan je bang bent te verliezen nog voor de wedstrijd is begonnen. Die is angst is meestal ontstaan door uitslagen in eerdere confrontaties. Typisch aan een Angstgegner is dat hij niet veel beter is dan jij. Verliezen van iemand die vele malen beter is dan jij is namelijk niet zo verrassend.

Een bekend voorbeeld van iemand met een angstgegner was Vitas Gerulaitis. Gerulaitis was een toptennisser in de jaren zeventig die veel won, maar als hij tegen Jimmy Connors moest spelen, verloor hij altijd. Op een gegeven moment had hij zestien keer achter elkaar van Connors verloren. Toen hij de partij daarna eindelijk won, verzuchtte hij: “Niemand verslaat Gerulaitis zeventien keer op rij!”.

In de Jan Massinkhal hebben we onze eigen Gerulaitis. Niet zo maar een dammer, wat heet, het gaat om de recordtoernooiwinnaar. Zijn angstgegner doet voor de derde keer aan Nijmegen Open mee en in de vijfde ronde speelden ze voor de derde keer tegen elkaar. De vorige twee keer verloor mister Nijmegen Open, maar dat weerhield hem er niet van volop in de aanval te gaan. Toch trok hij weer aan het kortste eind. Nu is Roel Boomstra ook niet de eerste de beste dammer, maar onze held hoeft daar niet keer op keer van te verliezen.

We voelen met hem mee en laat het hem een schrale troost zijn dat we bijna allemaal één of meer angstgegners hebben. Bovendien ben ik er van overtuigd dat niemand Johan Krajenbrink vier keer op rij verslaat.