Door matchreporter Wouter Sipma

Inmiddels zitten er zes dagen op en zijn er dus zes reguliere partijen gespeeld met het enigszins teleurstellende resultaat van zes remises. De eerste twee partijen heb ik al becommentarieerd in eerste twee dagverslagen, maar de rest is nog niet aan bod gekomen. Met uitzondering van de zesde partij, die relatief vlak was, gebeurde er veel: in de derde en vijfde partij miste Valneris grote kansen, terwijl Groenendijk in de vierde partij dichtbij de winst kwam. Ik bespreek de partijen in chronologische volgorde.

Ronde 3

Valneris probeerde in een bekend openingsschema iets nieuws en Groenendijk greep de mogelijkheid aan om net als in de tweede ronde een hoge actieve randschijf (36) op het bord te brengen; dit keer waren de rollen echter omgedraaid (nu was het Groenendijk die de schijf op 36 had). In het middenspel investeerde Groenendijk erg veel bedenktijd (vanaf de 25e zet speelde hij slechts met 1 minuut per zet), maar het lukte hem niet om de stand van Valneris aan banden te leggen.

ronde 345a
diagram 1

In diagram 1 speelde Valneris 32. 32-28(!) 23×32 33. 38×27 en staat al erg fijn, want wit staat klaar om zijn schijven van rechts naar links te spelen. De zwarte schijven op 1 en 6 doen nog niet echt mee en het zwarte Tsjizjov-kanon kan niet worden ondersteund, omdat spelen op veld 18 slecht is: op 33. … 12-18? volgt 34. 47-41! 36×47 35. 39-34 47×29 36. 34×12 met winst en na 33. … 13-18(?) is 34. 27-22! 18×27 35. 21×32 erg sterk. Na 12-18 heeft wit weer de 2-om-2 met damgeven en 32-28-23 dreigt. Daarom moet zwart 35. … 3-9(!) 36. 32-28(!) 20-25(!) spelen, maar nu heeft wit een verrassend sterke zet in 37. 40-34!. Dreigt weer met 28-23 en na 37. … 12-18? volgt de nuttige combinatie 38. 47-41! 36×47 39. 28-22! 47×40 40. 22×4 25×34 41. 35×44+. Daarom moet zwart in deze variant het offer 37. … 36-41(!) 38. 47×36 12-18 om hoop op overleving te houden.

Groenendijk vervolgde in de partij correct met 33. … 24-29 34. 33×24 20×29 maar stond na 35. 40-34(!) (35. 44-39? 29-34! 36. 40×29 6-11 37. 16×20 15×44 met kansjes voor zwart) 29×40 36. 45×34 nog zwaar onder druk. Wit staat veel tempi voor (+8; als je 36 en 47 niet meetelt zelfs +15) en heeft over de gehele breedte van het bord controle. 36. … 3-9 37. 27-22(!) 12-18 38. 22-17(!) 15-20. Zie diagram 2.

ronde 345b
diagram 2

Tot zover heeft Valneris optimaal gespeeld, maar met 39. 30-25? begaat hij een onnauwkeurigheid waarna Groenendijk uit de klauwen van zijn tegenstander glipt: 39. … 1-7(!!) Deze zet had Valneris over het hoofd gezien: op 40. 17-12? volgt de kleine combinatie 40. … 18-23(!) 12×1 41. 19-24 1×29 42. 24×44. Nu moest hij lijdzaam toezien hoe zwart de stand gelijk trok door achtereenvolgens 18-23, 20-24 en de ruil 7-12; even later was het remise. In diagram 2 moet wit vooral de zet 1-7 blijven verhinderen; dan dreigt zwart ten onder te gaan door gebrek aan speelruimte als hij niet zeer precies speelt. De zet hiervoor is 39. 43-38! en ik geef enkele varianten, gevonden met behulp van de computer:

  1. … 20-25(?) 40. 39-33/38-32 14-20 41. 38-32/39-33 20-24 42. 32-27 9-14 43. 27-22 18×27 44. 21×32 1-7 45. 32-27 7-12 46. 17×8 13×2 47. 27-22 14-20 48. 22-17 2-7 49. 16-11 7×16 50. 17-12 en wit gaat dit eindspel winnen.
  2. … 18-23(?) 40. 39-33! (40. 17-12(?) 13-18! 41. 12-8 9-13(!!) en de komende dam wordt altijd met een ruil afgenomen) 1-7 41. 17-12(!!) 7×12 42. 38-32! (zie diagram 3) en met dit offer wordt zwart flink te kijken gezet: wits dreigt met een extreem traag plan (32-27, 21-17 en daarna met 16 naar dam) en er is niets wat zwart daartegen kan doen.
    ronde 345c
    diagram 3

    Het beste is nog 42. … 20-24 43. 32-27 24-29 44. 33×24 23-28 maar dat eindspel lijkt te gaan verliezen voor zwart: 45. 21-17 28-33 46. 16-11 33-38 47. 11-7 en hier moet zwart een schijf geven want 47. … 38-43? faalt op het venijnige 48. 27-22! 18×27 49. 47-41! (toch weer damgeven) 36×47 50. 7-2 47×20 51. 30-24 20×11 52. 2×49 met gewonnen eindspel.

  3. … 20-24(!) 40. 38-33 (want na 40. 16-11 14-20(!) 41. 30-25 36-41(!) 42. 25×12 41-46 schijnt zwart het eindspel te houden; computerwijsheid..) 18-23 41. 16-11 14-20 42. 30-25 9-14 (het tempo zit nu net verkeerd voor wit) 43. 34-30 23-29 44. 33-28 29-33 45. 39-34(!) 33×22 46. 17×28 6×26 47. 28-23 19×28 48. 30×10 28-33 49. 25×14 33-38 en hoewel dit eindspel er veelbelovend uitziet, schijnt zwart het te kunnen houden.

Al met al dus een bijzonder inhoudrijke stand en een geweldige kans op winst voor Valneris! In het bijzonder gezien de tijdnood van Groenendijk is het zeer de vraag of hij de verdediging had gevonden. In ieder geval leuk analysewerk!

Ronde 4

In het bulletin van ronde 4 schreef ik hier al over:

‘Groenendijk won in het vroege middenspel de strijd om initiatief en bleef de druk opvoeren. In het late middenspel wist hij zelfs schijfwinst af te dwingen, maar helaas voor hem bleek de stand daarna geen winst te bevatten. Weer een bewijs van de speciale verdedigingskunst van Valneris, die sinds 2012 al geen partij meer heeft verloren!

De partij begon met een theoretische variant uit de Keller-opening, die je tegenwoordig ook niet zo vaak ziet (9. … 21-27). Interessant is dat Valneris me na afloop vertelde hoe zeer openingen (of het beeld daarvan) door de jaren heen verandert; hij zei dat hij deze opening met zwart eigenlijk niet meer hoeft te proberen, omdat er nu zoveel meer plannen bekend zijn voor wit. Het is dus een voordeel voor jonge topspelers ten opzichte van geroutineerde spelers dat ze op de hoogte zijn van de hedendaags geldende opvattingen en Groenendijk bewijst dat in deze partij!’

ronde 345d
diagram 4

Tijd om de beslissende fase wat nader te bekijken. Valneris belandde op 35, maar weigerde om passief te verdedigen. In diagram 4 staat zwart al erg slecht; op zijn korte vleugel moet steeds rekening houden met de zetten 36/37-31 en op de andere vleugel heeft hij ook niet echt controle: 39. 44-40! 35×44 40. 39×50 2-8 41. 36-31! 9-14 42. 43-39! 21-27(!). Valneris besluit een schijf te geven en dat is inderdaad de beste oplossing: 42. … 30-35? 43. 31-26! 14-20 (of 43. … 14-19 44. 28-23! 19×28 45. 32×23+) 44. 29-23! 18×29 45. 33×15 22×31 46. 26×37 wint voor wit, net als 42. … 21-26 43. 50-44(!) 30-35 44. 44-40(!) 35×44 45. 39×50 14-19 46. 32-27! et cetera. 43. 32×21 17×26 44. 28×17 12×21 45. 29-23 18×29 46. 33×35 13-18, zie diagram 5.

ronde 345e
diagram 5

Wit staat een schijf voor, maar de ongelukkige schijf op 31 geeft zwart voldoende compensatie om remise te maken. Groenendijk probeerde in de partij 47. 50-44 18-22 48. 38-33 (ook na 48. 38-32 21-27 49. 32×21 26×17 50. 37-32 17-21 31. 32-28 22×33 52. 39×28 8-12(!) kan wit niet winnen omdat de zwarte schijven goed genoeg samenwerken) 21-27 49. 33-28(!) 22×33 50. 31×22 33-38 en nu was er een grote domper voor Groenendijk: hij had gerekend over 51. 39-33?! 38×29 52. 44-39 8-12? 53. 39-34! 29×40 54. 35×44 en deze 3-tegen-3 wint precies, zoals Groenendijk na afloop liet zien: 54. … 14-19 55. 44-39 19-23 56. 22-18 23-28 (56. … 12-17 57. 18×29 17-22 58. 39-33!+) 57. 18×7 28-32 (want 57. … 26-31 58. 37×26 verliest eenvoudiger na 59. …. 28-32 60. 7-1/2 32-37 61. 1-23/2-19 37-42 62. 23/19-37!+ 42×31 63. 26×37) 58. 37×28 26-31 59. 7-1! 31-37 60. 28-23! 37-41 61. 39-33! 41-46 62. 33-28! en op de volgende zet wordt de zwarte dam gevangen.

Een erg mooie variant, maar… Groenendijk kwam erachter dat op de 52e zet zwart niet 8-12 hoeft te spelen, maar ook 52. … 14-19! kan doen en daarmee haalt zwart wel remise… In de partij probeerde Groenendijk nog 51. 22-17 26-31 52. 37×26 38-42 53. 17-11, maar moest al gauw in remise berusten. Erg jammer voor Groenendijk en in zekere zin ook pech: hij zag de kritieke varianten en speelde alle zetten juist, maar de stand won simpelweg niet…

Ronde 5

Groenendijk had er met zwart zin in (1. 32-28 16-21!) en speelde in de opening een riskante Roozenburgaanval. Na de thematische breekactie met 18-23 gevolgd door een 2-om-2 terug van Valneris en een aantal keren oplopen kwam vrij geforceerd de volgende stand op het bord:

ronde 345f
diagram 6

Beide spelers waren hier in de veronderstelling dat Valneris de beste zet speelde: 32. 38-32(?) 27×38 33. 43×32 waarna Groenendijk met secuur spel een gelijkwaardige remise wist te behalen. De spelers hadden niet door dat in diagram 6 32. 39-33! zo’n sterke zet is. De dreiging is dan het thematische offer 33-29!, 38-33! waardoor zwart genoodzaakt is op veld 18 of 19 óf 23-28 te spelen. Hij heeft volgens mij echter maar één zet die remise oplevert. Ik ga de opties bij langs:

  1. … 23-28? 33. 44-40! 28×39 34. 43×34 en nu speelt zwart op de volgende zet 50-45, gevolgd door 48-42-37-32 met tussendoor de ruil 34-29×29 als zwart op 23 verschijnt; zwart kan schijf 27 niet verdedigen.
  2. … 12-18? Wit gaat zich nu opstellen met 43-39, 39-34 en 48-42 en maakt zo optimaal gebruik van de formaties 50/44/39 en 49/43; de volgorde daarvan maakt niet eens zoveel uit. 33. 48-42(!) 23-28 (om wit nog enigszins te storen) 34. 33-29! 28-32 35. 38-33! Er dreigt nu de ruil 43-38 met winnende blokkade en op 35. … 32-37(?) volgt slim 36. 26-21! 37×28 37. 21×21+.
  3. … 14-19(?) 33. 25-20(!) 9-14 (want 10-15 faalt op het sluwe 33-28!) 34. 20×9 3×14 35. 38-32!! (dit is de combinatie waar het om draait en die door beide spelers is gemist) 27×29 36. 26-21! 17×37 37. 48-42 37×39 38. 44×2 en deze dam-voor-2-schijven moet vergeleken worden met de volgende variant:
  4. … 14-20(!) 33. 25×14 10×19 34. 38-32!! (ook nu deze combinatie) 27×29 36. 26-21 17×37 37. 48-42 37×39 38. 44×2/4 met ook weer een dam-voor-2-schijven.

De laatste twee opties leveren zulke ingewikkelde eindspelen op dat ze alleen doorgrond kunnen worden door/met behulp van de computer. In de praktijk betekent dat de stand invoeren in KingsRow en kijken welke zetten die aangeeft voor beide kleuren. Je kunt ook zelf de zetten bedenken voor één van beide kleuren om zo te kijken hoe het mis kan gaan óf als je lui bent laat je een ander programma (dat minder sterk is in het eindspel) zoals Flits de zetten voor één kleur doen. Door zo een beetje aan te rommelen kom ik tot de conclusie dat de dam in variant 3 gewonnen is voor wit en die in variant 4 remise, onafhankelijk van of je naar veld 2 of 4 slaat. Deze vorm van analyseren noem ik graag ‘aapjes kijken’, omdat je in feite alleen maar aan het staren bent naar de zetten die de computerprogramma’s aangeven; echt veel wijzer word je er niet van (dat is, je komt alleen achter de analytische waarde van de stand, zonder te weten waarom dat zo is; tenzij je een behoorlijke hoeveelheid uren ter beschikking hebt waarin je een poging kunt doen om daarachter te komen).

Terug naar de mensenwereld: Valneris had de zet 32. 39-33! zeker moeten spelen en net als in de derde partij had Groenendijk een welhaast miraculeuze verdediging aan de dag moeten leggen. Een dam voor twee is immers in veel gevallen gewonnen en is bijzonder lastig tegen te spelen (bedenk hoe soms zelfs een dam voor drie stukken kansrijk kan zijn!). Daar komt bij dat wit na de combinatie nog vier stukken heeft; een overwinning door overmacht zit er ook nog in. Ik denk een deel van het waarom van de remise wel te weten: wits lange vleugel ligt relatief open (alleen schijf 36 staat daar nog), de zwarte schijven lopen niet direct gevaar en zwart heeft een goede schijf op 5, die met een schijf op 14 een vangstelling kan vormen en de witte dam belet op de hoofdlijn te staan.

Wat te concluderen uit deze drie fragmenten? Welke speler heeft het beter gedaan/heeft meer recht op een overwinning? Valneris had twee keer een kans, maar greep die beide keren niet, waardoor Groenendijk zich uiteindelijk relatief eenvoudig kon redden. Groenendijk had een kans, speelde de goede zetten, maar Valneris wist een moeilijke verdediging te vinden. Moeilijk te zeggen dus; we zullen zien of er een speler in de laatste ronde nog een kans krijgt! Voor de toeschouwers zou het mooi zijn als die gepakt wordt en er zo toch nog een winnaar komt…